Omniversum

Tom logeert. We hebben hem vrijdagmiddag gebracht. Hij hoestte flink, zoals de hele week al. Maar hij heeft geen koorts, is actief en heeft een prima eetlust. Natuurlijk gaat hij onderweg in de auto ontzettend hoesten. Aangekomen bij het logeerhuis worden we zoals altijd hartelijk ontvangen. Tom loopt vrolijk naar z’n slaapkamer. Fijn, dezelfde als vorige keer en de paar keer daarvoor. Dat kunnen ze niet garanderen, maar het is prettig als het lukt.

Tom gaat al snel zitten spelen in de ‘tweede huiskamer’, een ruimte met een bankstel en een bak speelgoed. Hij lijkt op zijn gemak. M’n man praat wat met een begeleidster, Rianne houdt zijn hand stevig vast. Best spannend voor haar natuurlijk, die ‘bijzondere’ kinderen.

Ik pak Tom z’n tas uit. Zorgvuldig uitgekozen kledingsets in de kast. Luiers erbij. Zijn pyjama vast op zijn kussen. Knuffels erbij. Zijn medicatie en het communicatieschriftje krijgt de begeleidster.
Het afscheid houden we kort, dat lijkt het makkelijkst voor Tom. Hij huppelt en fladdert als we weglopen. Even diep inademen en op weg naar huis.
“Het went al echt. Het voelt prima”, zeg ik een paar keer hardop.

Zaterdagochtend gaan we met z’n drieën naar het Omniversum. Er draait een film over dolfijnen, en als Rianne ergens gek op is en alles van wil weten …
Leuk! We hebben er zin in.
Ik ben er vroeger vaak geweest. Het was een favoriet uitje met ons gezin. Later met mijn broer samen. We gingen dan ruim op tijd vooraan staan, zodat we de mooiste plekken hadden, boven de projector.

Tijdens de -prachtige- film kijk ik af en toe naar Rianne. Ze geniet. Mooie, intelligente dieren, die dolfijnen.

Ik kijk om me heen. Het is niet druk. Hooguit 25 mensen. Een paar gezinnen met jonge kinderen.

Stel dat we Tom hadden meegenomen.
Langzaamaan zie ik de dolfijnen veranderen in Teletubbies.
Ik beeld me Tom in, in de lege stoel links van me. Hij joelt vrolijk en wipt op en neer. “Tinky Winky! Is mooooi!”

Ik knipper een paar keer met m’n ogen. Onzin. Veel teveel prikkels voor hem. Hij zou niet blijven zitten. Hij zou het verknallen. Gaan gillen. Weg willen.

Daar zijn de meekijkers.
“Je zou het toch kunnen proberen?”
“Je weet toch niet zéker dat het mis zou gaan?”
“Gún je het hem niet?”
“Dat is makkelijk hè, hem zo vaak wegbrengen. Half ziek zelfs.”

Ik sluit m’n ogen even, kijk dan naar Rianne. Ze voelt mijn blik en kijkt me kort aan. Haar ogen schitteren blij. M’n man geeft me een knipoog.

Het is een fijne dag. We doen leuke dingen. Lachen veel.
Tom geniet ook, vast. Ze hebben daar veel speelgoed. Een springkussen, een kinderboerderij, een speeltuin. Lieve begeleidsters. En hij snapt inmiddels vast wel dat we hem weer komen ophalen.

Het is goed dat we dit doen. Dat weet ik. En het went al echt.
Morgenmiddag gaan we hem weer ophalen, en mag hij thuis lekker naar de Teletubbies kijken. Niet in het Omniversum, maar op onze eigen televisie. Die is ook best groot. En dan kijk ik mee. Hij komt misschien wel bij me op schoot, met z’n wang zo tegen mijn wang. Heerlijk.

5 thoughts on “Omniversum

  1. Mooi omschreven en inderdaad het loslaten is moeilijk. Zo herkenbaar!
    En o zo nodig om aandacht voor de overige gezinsleden en voor jezelf te hebben!

Geef een reactie op Jeanine Reactie annuleren